Luisterversie
Volgt nog
Toelichting
Psalm 47 was geen gemakkelijke opgave. Ik kan daarvoor een aantal redenen geven. Om te beginnen zijn het de korte regels van ieder 5 lettergrepen; regels als bazuinstoten, maar niet altijd even gemakkelijk uitvoerbaar. Ook heb je niet de beschikking over een uitgebreid arsenaal aan geschikte rijmwoorden. Daarnaast is de melodie niet direct “des Rijssens”. Althans, zelf voel ik me beter thuis bij de wat meer melancholiek getoonzette melodieën, m.i. beter passend bij een oude taal als het Twents. Daarom ben ik een “n zetje an t knoojn” geweest met deze psalm; zelden heb ik zoveel wijzigingen aangebracht.
Feitelijk hoort deze psalm ritmisch gezongen te worden, zoals ze oorspronkelijk ook gecomponeerd is. Er worden dan steeds twee regels samengevoegd tot één, op een manier dat je bijna als vanzelf in de handen gaat klappen en de neiging krijgt om voor de ark uit te huppelen. Want om dat laatste gaat het (zeer waarschijnlijk). Het is een psalm die de opvoering van de ark naar Jeruzalem bezingt. Of de wat latere opvoering naar de tempel van Salomo. Pas in tweede instantie is het een Hemelvaartspsalm. Zo werd door de nieuwtestamentische kerk deze psalm later geduid. Uiteraard wordt hier door diverse theologen even divers over gedacht, maar de kern van de zaak is duidelijk: lofprijzing en verheerlijking van God Die Koning is en regeert in hemel en op aarde. En daarmee zijn we weer aanbeland bij het doel van het psalmenboek: het zijn 150 (!) lofzangen (Tehillim) op onze God.