Luisterversie
Volgt nog
Toelichting
“Good goan” is een markante Twentse afscheidsgroet. Letterlijk: “Goed gaan”. Zoals met meer Rijssense woorden het geval is krijgt deze groet in de context van de psalmen een veel diepere en rijkere betekenis. Je kunt dan denken aan de Franse groet “A Dieux”, (Ga) Met God. En zo komt de term “good goan” heel dicht in de buurt van de uitdrukking “welgelukzalig” zoals de Statenvertaling die hanteert.
Het tweede couplet heb ik om moeten vormen omdat aanvankelijk het woord “duchn” in de betekenis van “vrezen” er in voorkwam. Dit woord laat ik voortaan weg, voor een verklaring verwijs ik naar wat ik onder de knop “uitleg” daarover geschreven heb. De meeste vertalingen spreken van een boom die “geplant” is aan waterbeken. De Biebel in de Twentse Sproake vertaalt met: “wortels in de waterkaante” en ook de vertaling van Dr. Ida G.M. Gerhardt en dr. Marie H. van der Zeyde spreekt hier van “een boom…wortelend waar water stroomt”. In dit verband wil ik verwijzen naar Jeremia 17:7,8 waar eveneens het beeld beschreven wordt van een boom aan de waterkant “die zijn wortels laat uitlopen bij een waterloop”(HSV). “Geplant” en “geworteld” liggen qua betekenis in elkaars verlengde. Verder ontkom ik niet aan toevoegingen, hoe graag ik ook zo compact mogelijk probeer te berijmen. Vandaar het “friske grùs”.
Tenslotte de “mooie” oud Rijssense term “doewnuereg” uit het derde couplet. Het Rijssens woordenboek geeft als betekenis: eigenzinnig, onhandelbaar. De klank van het woord verraadt de betekenis ervan!