Luisterversie
Volgt nog
Toelichting
Deze psalm was lastig om te berijmen vanwege de “springerige” melodie en de wisselende lengte van de versregels. Naarmate ik meer psalmen berijm krijg ik steeds vaker het gevoel dat ik in herhaling val door gebruik te maken van overbekende zinswendingen en rijmkoppels. Misschien is dit het gevolg van de beperkingen van het Rijssens dialect. Anderzijds is het zo, dat in de psalmen veel uitdrukkingen en thema’s regelmatig terugkeren. De context mag verschillend zijn, de lengte van regels en melodieën variëren, maar er zijn de steeds weer terugkerende thema’s en liturgische zegswijzen zoals de lof aan God; aanvallen van de vijanden; strijd met de zonde en het kwaad… De psalmen zijn er vol van en in allerlei elkaar vaak overlappende bewoordingen komen deze thema’s herhaaldelijk voorbij. Om de psalm dan toch iets eigens te geven is een hele opgave. Soms – zoals in het derde couplet – probeer ik met iets vrijere beelden toch hetzelfde onder woorden te brengen. “mijn toevlucht zoeken… onder Uw vleugels”(HSV) omschrijf ik als “doar…zinn ik vaejleg as een vuegelken biej God.”
Opvallend is dat in vers 7 en 8 van de onberijmde tekst de “ik” persoon (David) plotseling wijzigt in “hij” en “hem”. Naar mijn mening heeft dit te maken met de Messiaanse duiding waar de psalmen vol van zijn, vaak tussen de regels door, impliciet, in een glimp of een flits. Hier, in deze psalm, komt de duiding nadrukkelijker in zicht door de verwisseling van de eerste persoon enkelvoud naar de derde persoon enkelvoud. Er is in deze tekst sprake van een koning die regeert van generatie op generatie, wiens troon eeuwig is. David verdwijnt hier op de achtergrond en er wordt profetisch verwezen naar de komende Messias. In het laatste vers verschuift het toneel en komt David zelf weer naar voren treden.