Luisterversie
Volgt nog…
Toelichting
De vraag is of de stilte “slechts” context is, of een wezenlijk gegeven. Spreekt God ín de stilte, of spréékt de stilte. Verschillende vertalingen neigen naar het laatste: “U komt toe stilheid…”(Naardense Bijbel); “U gewijd zijn stilte en lofzang…”(Willbrordvertaling). De Herziene Statenvertaling benadert het wat onduidelijker: “De lofzang is in stilte tot U, O God…” Maar hier staat “in” cursief afgedrukt, dus feitelijk staat er: De lofzang is stilte tot U…”
De berijming van 1967 heeft zich laten leiden door de gedacht van stilte áls lofzang: “De stilte zingt u toe, O Here…”. Soms kijk ik, bij uitzondering, stiekem bij een andere berijming als ik keuzes moet maken vanwege een lastig te vertalen tekst. Uiteindelijk hoeft ik het wiel niet opnieuw uit te vinden. Doorgaans lees ik achteráf andere berijmingen erop na en vergelijk er de Rijssense berijming mee. Ook dat kan er soms toe leiden dat ik een wijziging aanbreng. Met name de berijming van 1967 gaf voor mij de doorslag om toch de kiezen voor de beginregel “De stilte gef an God de eare”. “Steelte” zegt het woordenboek van Schönfeld, maar ik kies toch voor de schrijfwijze “stilte”, omdat ik van mening ben dat “steelte” verwarring zou kunnen veroorzaken. Dit is éen van de wijzigingen die ik aan breng in de door mij gehanteerde spelling van Schönfeld, met het oog op de zingbaarheid van de psalmen.
Om nog even op de stilte door te gaan: In 1 Koningen 19, waar God spreekt tot Elia in de woestijn, lezen we van “…het suizen van een zachte stilte…” De Naardense Bijbel vertaalt hier “… de stem van een zachte stilte…”. Een stem in de stilte of de stilte als stem? Spreekt God in de stilte of kan de stilte Gods stem wórden? Ik denk zelf dat het hier niet gaat om een principieel onderscheid. Toch vind ik persoonlijk de stilte als stem een mooie gedachte; het verheft de stilte, als liturgisch gegeven, tot veel meer dan alleen maar “stil zijn/worden”. Het verdiept het besef van Gods aanwezigheid; niet alleen vanwege de stilte, maar zodanig dat de stilte stém en, zoals in deze psalm, een lofzang wórdt.