Psalm 100

1.
Zingt vuur de HEARE, Hee is God.
Zingt, alns wat leawt, goat neareg tot
oewn God en brengt, met lof en zaank
vol bliejskop an de HEARE daank.
2.
De HEARE hef oons an eraakt;
neet viej – mer Hee hef oons emaakt.
Viej zeent Zin volk, blood van Zin blood,
de skùepe van Zinn waejdegroond.
3.
Zingt psalmen, offert in Gods Hof
en brengt Zinn Naam de ear’ en lof.
Zinn goodhaejd en Zinn trouw besteet
in eeweghaejd, van keend tot keend.

Luisterversie

Toelichting

“Dien de HEERE met blijdschap” (vers 2 onberijmde psalm). Ik las ergens dat deze tekst nogal eens losgeweekt wordt van de context om er vervolgens een (op zichzelf zeer correcte) preek van te maken. In deze psalm gaat het om de tegenstelling tussen de God van Israël en de goden van de volkeren die geen goden zijn. Heel de wereld, alles wat leeft (alns wat leawt), wordt opgeroepen om de God van Israël, JAHWEH, alle lof en dank te brengen, Hem alleen als God te dienen.


Couplet 2 “blood van Zin blood” is een toevoeging van mijn kant (een “dichterlijke uitbreiding” zou Vondel gezegd hebben). Het is een staande uitdrukking om aan te geven dat wij, als kind, toebehoren aan onze vader (ouders) vanwege de bloedlijn. Wij komen voort uit Gods hand: “Adam, de zoon van God” zegt het geslachtsregister (Lukas 3:38). In geestelijke zin, vanwege wedergeboorte, behoren we Hem toe, zijn we Zijn eigendom. Maar ook vanuit de verbondsrelatie spreekt God ons aan als Zijn zoon (Exodus 4:22; …”zo zegt de HEERE: Israël is Mijn zoon, Mijn eerstgeborene…”).


Ook in deze psalm valt de gebiedende wijs op, tot 7 keer(!). Couplet 1: zingt, zingt, goat, brengt; couplet 3: zingt, offert, brengt..