Luisterversie
Volgt nog
Toelichting
In het tweede couplet gebruik ik het woord “smiesterds”, een heftig aantijging. Platgezegd zou je het kunnen vertalen met ‘smeerlappen”, maar dan wel op moreel gebied. In dat geval spreek je van huichelaars, bedriegers, geveinsden. Anne van der Meiden gebruikt ditzelfde woord in de Biebel in de Twentse Sproake, o.a. in Mattheus 15:7, als Jezus in discussie is met de Farizeeërs. Hij preekt ze aan als “smiesterds”. Jezus ontmaskert de Farizeeërs als huichelaars, mannen die spreken met vleiende lippen, maar ze zijn dubbelhartig.
Wat opvalt is dat deze psalm “in mineur” eindigt en daarmee blijk geeft van realiteitszin. Want zo lijkt het zo vaak: de goddelozen en geweldenaren draven rond, doen wat zij willen en staan vooraan. En vaak komen wij ook niet verder dan deze constatering… Maar: op psalm 12 volgt psalm 13 en zo wil God ons verder leiden en ons tenslotte – toch weer – de lofzang op de lippen leggen!