Luisterversie
Toelichting
Lange tijd had ik deze psalm voor me uitgeschoven, aangezien ik de melodie lastig vind om er een Rijssense berijming van te maken. Er zijn een aantal melodieën die (naar mijn gevoel) niet zo synchroniseren met het karakter van het Rijssens dialect. Met name het eerste couplet kostte me veel moeite. Maar omdat deze psalm ook de 75e psalm is die ik berijm, nam ik me voor dat het dan ook deze psalm moest zijn, mede vanwege de aanhef:
Oe de lof en daank, o God,
want kort biej oons is Oew Woord.
Neum Zinn Naam en maak Um groot,
priest Zinn woondern ieder bod.
Maar nadat ik me door het eerste couplet heen geworsteld had ging het een stuk beter, zoals vaker het geval is.
Stoplappen
Ik heb een hekel aan stoplappen, maar soms ontkom je er niet aan. Zo ervaar ik de regel “priest Zinn woondern ieder bod” als een stoplap, met name het laatste deel: “ieder bod” (iedere keer; steeds weer). Zoiets als wanneer in de psalmen “lot” rijmt op “God”. Maar we geloven niet in “het lot” daarentegen is het goed om God “ieder bod” te “priezen”. Zo bezien is “ieder bod” dan toch geen stoplap, maar een herhaalde aanmoediging. Maar toch…
In couplet 5 ben ik me op bijna onbehoorlijke (?) wijze te buiten gegaan om op nogal plastische wijze de bittere beker van Gods ongenoegen te omschrijven. Met name de laatste twee regels: “Sloekn zùet zee, met n lessen oam al t bezeenksel, tot op n boam” (Slikken zullen ze, met de laatste adem al het bezinksel (droesem) tot op de bodem…). Hoewel, de Naardense Bijbel doet er niet voor onder: “…slechts haar droesem slurpen en drinken alle bozen op aarde…” En weer kan ik niet nalaten de Afrikaanse berijming te citeren die zich ook vaak treffend en krachtig uitdrukt:
In Gods hand ’n beker blink;
en die druppels skuim en spring
uit die bitter mengeling
waar die sondaars van moet drink;
ja, die goddelose mond
suig die droesem tot die grond.
“Op Minn uure…” (couplet 1)
Ik moest denken aan wat er staat in het Johannes Evangelie (Statenvertaling Hfst. 13 vers 1): “Jezus, wetende dat Zijn ure gekomen was…” Meermalen zegt Jezus: “Mijn ure is nog niet gekomen.” Het woord “uur” schrijf je in het Rijssens ook als “uur”, maar ik heb gekozen voor “uure” omdat dit een vertrouwde uitdrukking is. Gevoelsmatig vind ik het beter klinken en ook dichterlijker. Vergelijk: Op Minn uur en langs Minn weg… Of: Op Minn uure, langs Minn weg…
Vegaadering (couplet 6)
Oud Rijssens voor vergadering is: vergaadrege. Je hoort of leest het zelden of nooit (meer). Met mijn hang naar vroeger zeg ik: jammer! Maar taal is in beweging en in Rijssen zegt men tegenwoordig gewoon “vergadering”. Het moet ook rijmen op “zingn” in de regel erboven. Om het toch een zweem van Rijssens te geven schrijf ik het “fonetisch” als “vegaadering”. Ook hier heeft het Algemeen Nederlands het Rijssens dialect overwoekerd.